Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar aan de zonen van Barzillai, den Gileadiet, zult gij weldadigheid bewijzen, en zij zullen zijn [17]onder degenen, die aan uw tafel eten; want alzo [18]naderden zij tot mij, als ik vluchtte voor het aangezicht van uw broeder Absalom. 17. Hebreeuws, onder uw tafeleters; dat is, die van de spijs uwer tafel eten. 18. Te weten, mij toebrengende en voorstellende allerlei leeftocht, dien ik in een dorre en woeste plaats wel van doen had. Zie 2 Sam.17:27,28,29.